2. Een visie op Begeleid Werken
Begeleid Werken kadert binnen arbeidszorg. Arbeidszorg is bedoeld voor mensen die niet, nog niet of niet meer terechtkunnen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit zoals dat op dit moment bestaat. Arbeidszorg wil ook voor die mensen het recht op arbeid waarborgen. Zorg in, met en door arbeid; Arbeid met zorg en op maat.
Arbeidszorg biedt mensen arbeidsactiviteiten aan in een werkomgeving die ofwel op productie ofwel op dienstverlening is gericht, en ondersteunt hen daarbij. Het brengt de latente functies van arbeid binnen hun bereik, en draagt zo bij tot het algemeen welzijn van de arbeidszorgmedewerkers.
Arbeidszorg wordt georganiseerd in diverse sectoren: de geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor personen met een handicap, het algemene welzijnswerk en de sociale werkplaatsen. Een niet-categoriale benadering staat er centraal: de begeleiding van personen die door persoonlijke en/of maatschappelijke omstandigheden, al dan niet tijdelijk, niet meer in staat zijn om loonvormende arbeid te verrichten. In de praktijk echter wordt, door de huidige subsidiestromen, nog vaak gewerkt vanuit een categoriale aanpak (volgens categorie van beperking).
1. We maken manifest wat latent is
Het verwerven van een inkomen is de manifeste functie van arbeid. We werken om ons brood te verdienen. Arbeid doet echter meer dan dat: werken bepaalt mee onze plaats in de samenleving, levert status en identiteit, structureert de tijd en bevordert de sociale contacten, en biedt ten slotte mogelijkheden om competenties te ontwikkelen en toe te passen.
Werken verhoogt dus de eigenwaarde van de betrokkene en geeft zin aan het bestaan. Dat zijn de latente functies van arbeid.
Aangezien Begeleid Werken niet gebeurt ‘om den brode’, neemt het belang van de latente functies van arbeid de bovenhand. Werken krijgt daardoor een intrinsieke waarde: het wordt om het werken zelf gedaan, niet omdat het een inkomen oplevert. Het gaat om arbeid die leidt tot zelfrealisatie en -ontplooiing.
2. We waarborgen het recht op arbeid
Het recht op arbeid staat ingeschreven in de Belgische grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Mooi, maar in de praktijk wordt arbeid vaak beschouwd als hoogstens een na te streven doel, niet als een afdwingbaar recht voor elke burger (met een beperking).
Begeleid Werken probeert daar iets aan te doen en geeft voor een welomschreven groep in de samenleving een nieuwe en concrete betekenis aan het begrip. Als we de ‘andere’ functies van arbeid naar voren schuiven, zonder afbreuk te doen aan de inkomensverwerving, krijgt het ‘recht op arbeid’ een rijkere betekenis. Achter het ‘recht op arbeid’ gaan andere rechten schuil: het recht op een zinvol bestaan, op persoonlijke emancipatie, op maatschappelijke erkenning en op sociale integratie.
Wat dan met het recht op inkomen? De Europese beweging voor Supported Employment maakt er een breekpunt van dat elke arbeidsprestatie fair betaald moet worden. Binnen de Belgische context botst dat met de bescherming van minimumlonen en gegarandeerde vervangingsinkomens. Begeleid Werken zoekt zijn weg in dit landschap, zonder in te leveren op het recht op arbeid voor de meest kwetsbaren: dat moet ook gegarandeerd kunnen worden, zonder blokkering door discussies over geld. In de discussie tussen inkomen (uit loon) en arbeid, kiezen we op de eerste plaats voor arbeid en zijn latente functies.
De discussie is heikel. Het zou niet de eerste keer zijn dat het nobele streven naar een loon de meest kwetsbaren in de kou zet. Vroeg of laat worden dan normen van economische productiviteit vooropgezet, ten koste van de latente waarden.
3. Een specifieke doelgroep
De definitie van de doelgroep is niet-categoriaal: een persoon wordt niet gedefinieerd door zijn beperking, maar door zijn positie op de arbeidsmarkt, en zijn competenties om daarin te groeien.
Begeleid Werken richt zich tot volwassen personen met een verstandelijke, motorische of meervoudige beperking, met een (heel) grote afstand tot de arbeidsmarkt. Maar deze werkvorm kan ook aangeboden worden aan personen met een psychische of psychiatrische problematiek en personen in een meervoudige achterstellingsproblematiek (MMPPS).
De VDAB omschrijft deze groep met het ‘advies Welzijn’(zie hfst. 16).
4. Inclusief karakter
Integratie betekent dat een bedrijf zich openstelt voor de aanwezigheid van een persoon met een beperking, welke zich inschakelt in de werking van het bedrijf; inclusie vraagt dat het bedrijf moeite doet, en de grenzen van zijn mogelijkheden verlegt om zich aan te passen aan de noden van de persoon met een beperking. Integratie is iemand ‘die gewoon meedoet’; inclusie vraagt aanpassingen in werkrooster, omgangsvormen, hulpmiddelen,….
Begeleid Werken onderscheidt zich door het uitgesproken inclusieve karakter. De kans op integratie (in de zin van ‘contact met neurotypische mensen’) is sowieso groter dan bij enclavewerking of tewerkstelling in een maatwerkbedrijf. Personen worden geleid naar werk in het normale economische circuit: bedrijven, openbare besturen en de dienstensector. Dat vergt een netwerk van contacten in het regionale sociaaleconomische weefsel. Maar Begeleid Werken gaat nog een stapje verder: de werkpost wordt uitgedaagd om een maximale aanpassing te doen voor de persoon met een beperking. Niet enkel de begeleidwerker doet zijn best: ook de werkpost doet moeite, om zo samen de fameuze win-win te realiseren.
5. Supported Employment
De begeleidwerker kan rekenen op individuele ondersteuning en begeleiding via aangepaste methodieken.
De gehanteerde methode is Supported Employment. Die methode werd ontwikkeld om mensen met een (vaak ernstige) verstandelijke of psychische handicap te ondersteunen bij het uitvoeren van een reguliere betaalde baan. De werkvorm ontstond eind jaren 70 als alternatief voor dagcentra en beschutte werkplaatsen. De kennis en vaardigheden die nodig zijn om een job zelfstandig te kunnen uitoefenen, worden aangeleerd op de werkvloer zelf, met de hulp van een jobcoach (training-on-the-floor).
Begeleid Werken valt niet helemaal samen met Supported Employment. Supported Employment gaat over de ondersteuning van mensen met een beperking in een betaalde context. Begeleid Werken richt zich op de inschakeling van mensen met een beperking op een werkvloer, zonder verloning als voorwaarde te stellen. Idealiter vallen beide samen, maar in de Belgische context is er een belangrijk verschil.
Begeleid Werken is dus een neefje van Supported Employment.
Mensen die ervaring opgedaan hebben in Begeleid Werken en zo een aantal vaardigheden en competenties ontwikkeld hebben, kunnen eventueel doorstromen naar een beschermde of reguliere tewerkstelling. Zo kunnen sommige mensen doorstromen van Begeleid Werken naar een betaalde job. De AMA-meter (zie verderop) is dan een hulpmiddel om die stap te zetten. GTB, het Gespecialiseerde Team Bemiddeling binnen VDAB, is de geëigende arbeidsmarktregulator voor deze groep in dit proces.
6. Geëigende methodes
Begeleid Werken hanteert een stappenplan, dat uitvoerig wordt behandeld in hoofdstuk 4.
• Aanmelding/Intake: de jobcoach zoekt samen met de cliënt naar werkactiviteiten die de cliënt graag wil verrichten.
• Assessment: op basis van de interesses en mogelijkheden wordt het individuele traject van de cliënt opgemaakt en wordt bepaald hoe de individuele begeleiding zal gebeuren. Daartoe worden een individueel dossier en een afsprakennota opgesteld.
• Jobfinding/jobmatching: de jobcoach gaat op zoek naar een geschikte werkpost en zorgt voor een vlotte introductie van de cliënt.
• Jobcoaching: de jobcoach staat in voor de opleiding en de begeleiding op de werkvloer. Gedurende de hele arbeidsperiode zorgt de dienst Begeleid Werken voor een structurele opvolging, eerst intensief, daarna met meer afstand.
7. Structureel samenwerkingsverband
Initiatiefnemers van Begeleid Werken vinden elkaar in regionale steunpunten.
Daarnaast bestaat op Vlaams niveau het Platform Begeleid Werken. Het is een netwerk van sociale organisaties die Begeleid Werken organiseren. Het Platform is een belangrijke speler in de Vlaamse welzijnssector en profileert zich als een intersectoraal netwerk, naast de gebruikersverenigingen, de werkgeversorganisaties, de vakbonden, de betrokken overheidsadministraties en de politieke verantwoordelijken.
De voornaamste doelstelling van het Platform is de bestaanszekerheid van Begeleid Werken te waarborgen, zowel arbeidsrechtelijk als maatschappelijk. Meer info over het Platform vind je op www.begeleidwerken.be .
Het Werkburo is een andere structurele samenwerking over heel Vlaanderen: zie hfst. 17.
De andere hoofdstukken lees je HIER